en de gemalin van de Oostenrijkse aartshertog Maxi-
miliaan, velen in den lande een particularistische, ge
westelijke politiek willen doen zegevieren, blijft Jan
trouw aan de eenmaal als juist erkende pogingen tot
centralisatie. Dan toont deze pronklievende edelman,
met zijn voorliefde voor bonte sier en vrolijkheid in de
grond een nuchter Brabander te zijn, die politiek voert
op economische grondslag. Daarmee vestigt hij een
familietraditie van anti-Franse en pro-Engelse gezind
heid, omdat hij meent, dat alleen een vlotte handel en
goede betrekkingen met het Engelse koninkrijk voor de
Nederlanden aanbeveling verdienen. Buiten de practi-
sche bewijzen voor deze opvatting zijn directe politieke
uitingen of daden van hem onbekend, maar uit bepaalde
opdrachten blijkt, dat hij met de knepen der grote diplo
matie eveneens op de hoogte was. Dank zij zijn moed,
zijn trouw en de gebrachte offers, weet Jan van de Bour
gondische hertogen uitgebreide en voordelige privileges
voor zijn stad los te maken, welke de heer geen wind
eieren opleverden. De jaarmarktvoorrechten en de
privileges van tolvrijdom bereiken hun grootste om
vang. Dat trekt steeds meer kooplieden, dat brengt wel
vaart en maakt in waarheid van Bergen een stad.
De weerslag hiervan vinden we in de plattegrond terug.
Verdere uitgroei
Men krijgt oog voor nieuwe mogelijkheden. Nadat de
Heer de moergronden onder Wouw, Huijbergen en Es-
schen heeft verpacht, sluiten belanghebbenden zich
aaneen en laten in 1429 de Moervaart (de latere Zoom)
graven om de gestoken turf met vletten naar de stad te
voeren. Dit bracht tevens een grote hoeveelheid helder
water in de stad, wat niet zonder belang was voor de
lakennijverheid, de brouwers enz. Het doorgraven van
26