het begin van de vijftiende eeuw blijken daar de Begij
nen woonachtig en is er een succursaal van de Paters
Carmelieten uit Mechelen gevestigd. Later wordt het
de woonbuurt van kanunniken, kapelaans, schoolmees
ters en choralen. Nog op het eind der 15e eeuw zijn
ook hier open terreinen, waar de school en het Schut
tershof een plaats vinden.
Het is een uiting van de middeleeuwse levensopvatting
aan de drie voornaamste eindpunten der stad een kapel
te bouweneen kapel voor Maria, de Sterre der zee aan
de havenkant bij de Lieve Vrouwepoort, voor Sint
Maarten in de Wouwsestraat, ten behoeve van de hulp
behoevende reizigers en pelgrims en een voor de aposte
len Petrus en Paulus, de grote reizigers, op de Hoog
straat voor de tocht naar het Zuiden.
Zo groeit de stad als de meeste Middeleeuwse steden
steeds meer naar het Westen. Dit berust op een overtui
ging waarover Thomas van Aquine reeds schrijft.
Vanzelfsprekend is het bovendien, dat men om econo
mische redenen naar de haven toe bouwt, al gaat men
daar voorlopig nog niet wonen.
Economische ontwikkeling
Van een stad in de eigenlijke zin van het woord kunnen
we pas spreken als zij een bevolking van kooplieden
heeft. Steden zijn het werk van de koopman, zij bestaan
slechts door hem en komen dan ook vrijwel alleen voor
op geografisch gunstig gelegen plaatsen. Is de stad
eenmaal als zodanig erkend, dan krijgt zij langzamer
hand meer betekenis door de economische voorrechten,
welke ze weet te verwerven.
Eerst dus een woord over de geografische ligging van
Bergen op Zoom. Het staat vast, dat schepen uit Enge-
20