dat de verhouding Reimerswaal-Bergen op Zoom véél
gunstiger is geweest, dan bij traditie wordt verteld.
Trouwens de talloze posten, gewagende van de tractaties,
welke Reimerswaalse magistraten in Bergen op Zoom
zijn ten deel gevallen, alsmede andere gegevens (bijv.
het veer van Reimerswaal op B. op Zoom v.v. met een
voorkeurtarief), geven voor het bestaan van enige vij
andschap geen enkel bewijs van waarschijnlijkheid.
De stad Reimerswaal had een geduchte vijand: de zee.
Zij kwam de stad in haar bloei storen en de inkomsten
verteren. Daarenboven zag de stad zich in 1450 en 1520
geteisterd door enorme branden. De eerste maal ver
brandde 2/3 der stad, w.o. het stadhuis en de vermelde
zoutketen; de tweede keer 200 huizen met inventaris.
Zaterdagnacht, 5 November 1530, terwijl de volle maan
aan de hemel stond, stak bij laag water een storm op uit
het Westen, welke, tussen 8 en 9 uur in de morgen in
hevigheid toenemende, naar het Noord-Westen omliep
en al dadelijk, daar het giertij was, velen met angst ver
vulde. Het water in de Schelde werd buitengewoon snel
en hoog opgestuwd, zodat 's middags, nog twee uren
voor het tijdstip van hoog water, dit over de kruinen
van sommige dijken stroomde. Nagenoeg op die zelfde
tijd, werd de uitwateringssluis bij Kreeke weggeslagen
en bezweek de dijk bij Loodijke. Op laatstgenoemd punt
ontstond aanvankelijk een breuk van slechts een paar
ellen wijdte, welke, als men er dadelijk werk van had
gemaakt, te stoppen zou zijn geweest (Gat v. Loodijke).
Deze gebeurtenis, welke veel mensenlevens kostte, de
oogst en het vee deed verloren gaan, is de oorzaak van
de ondergang van Reimerswaal geweest. Deze vloed
scheurde de stad los van Zuid-Beveland en maakte het
tot een eiland. In 1532 wordt het opnieuw geteisterd;
het water stond toen 8 voet hoog in de kerk.
142