iedere maaltijd gebruikt werd, moest het koren uit de
naaste omgeving betrokken worden. Een regelmatige en
voldoende toevoer van broodkoren of van brood, was
dus van het allerhoogste belang voor een stad. Voor
Bergen op Zoom te meer, wijl het verblijf van honder
den vreemde kooplieden, gedurende de Paas- en Kou-
demarkt, welke tien dagen duurden, aan de levensmid
delenvoorziening bijzondere eisen stelde.
Geen wonder, dat de korenverkoop van het hele markie-
zaat in 1506 geconcentreerd wordt te Bergen op Zoom.
Wat daar vandaan kwam kan weinig anders geweest
zijn dan rogge of gerst. De ordonnantie van 1510, waar
bij de bakkers van Reimerswaal op de Bergen op Zoom-
se weekmarkt gunsten werden toegestaan, betreft zeer
zeker de aanvoer van tarwebrood. En wanneer in een
stuk van 1546 gesproken wordt over Zuid-Bevelanders,
die hier levensmiddelen op de Donderdagse markt
brengen, zal tarwe daarvan wel het hoofdbestanddeel
hebben uitgemaakt. Hoezeer Bergen op Zoom Reimers
waal nodig had, blijkt bijvoorbeeld bij het bezoek van
Aartshertog Maximiliaan in 1485 aan eerstgenoemde
stad. Dan worden in allerijl boden naar Reimerswaal ge
zonden, om meer brood dan anders.
We mogen zeggen, dat niet alleen Reimerswaal, doch
de hele Oost-watering vanwaar Reimerswaal het koren
immers op zijn beurt weer betrok, van betekenis was
voor de proviandering van een handelscentrum als Ber
gen toen was, ofschoon het Bergse stadsbestuur ook an
dere wegen bewandelde, om in deze te voorzien. Voor
de verwerking van het graan, speciaal het malen, was
men in Reimerswaal goed gesteld. In 1345 is er sprake
van een molen; in 1387 van een water- en windmolen.
Aan de haven was een Houwer verbonden.
Het daar bij vloed binnenstromende en bij eb uitvloei-
140