en later een vestingstuk ter verdediging van de haven mond. Recht vooruit, Westwaarts, ligt de Speelmans plaat. Naar het Noord-Westen loopt deze iets hoger op. Niet grijs, maar geel-wit ligt dit hoogste stuk te blaken in het morgen zonlicht. Daar lag eertijds Reimerswaal. Meer dan twaalfhonderd hectare groot bood deze verza meling van slikken voor 1530 aan duizenden mensen een woonplaats in de kerkdorpen en gehuchten: Tholsende, Couwerve, Broecke (waarvan de toren eerst in 1894 werd opgeblazen), Kreeke, Steenvliet, Eversweert, Schoudee, Nieuwland, Swartewaal, Duvenee, Seldijke, Loodijke, Zwaanshil, Machole, Nieuwerkerk, Hinkelenoord, en het Zeeuwse tolhuis van Iersikeroord (vlak tegenover Oud- Borgvliet) 't Veer, Onser Vrouwenpolder, Vinkenisse en tenslotte de stad die veler aandacht getrokken, veler fantasie losgeslagen en bijgevolg tot legende vorming heeft geleid, Reimerswaal. Over de oorsprong en de naam dezer stad, is naar aan leiding van de onderling zéér afwijkende spelling van het woord, héél wat gefantaseerd. We lezen n.1. van: Rinmaswale, Remberswale, Reimerswale, Reymerswaal, Romerswale, Romerswalle, Rommerswael, Roemers- wale. „Waal" duidt in ieder geval aan: een wiel of weel, waarmede men een kolk bedoelt, die wordt gevormd bij de doorbraak van een dijk (men denke aan Klaas waal, Waalwijk, Zwartewaal, enz.). Het oudste stuk, waarin de naam Reimerswaal voorkomt, is een oorkonde van April 1214, waarbij enkele goederen in de „Wilde Moer" aan de abdij van Ter Does worden vermaakt. Reimerswaal had eigen Heren. In het begin der 14e eeuw worden als zodanig genoemd: Kervinck en Claes Kervinck van Reymerswale en diens zonen: Hollander, Wolfert, Gillis en Boudewijn. Dit geslacht is verplicht zijne ambachtsheerlijkheid te verkopen aan Hertog Al- 135

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 149