In 1809 werden, nadat de katholieken weer in het bezit van hun oude kerkgebouw waren gesteld (1801), de tegenwoordige onooglijke stucgewelven gemaakt. Van die tijd zal ook wel dagtekenen het wegbreken van het benedendeel van de triomfboogpijler, waardoor een on soliede toestand verkregen is. Deze oude kerk, nu door de eredienst verlaten, blijft een sieraad van het dorp. De oudheidkundige bouwmeester Adolf Mulder, zegt, dat hij op zijn veelvuldige reizen door Nederland soortgelijke kerkgebouwen slechts hoogst zelden zag en dan nog slechts in de zuidelijke pro vincies. Zo had de Martinus kerk te Tongerloo hetzelfde grondplan, terwijl opvatting en uitvoering op elkaar leken. Deze kerk werd in 1889 gesloopt. Een tweede soortgelijke kerk vond men te Lierop, die in 1892 werd afgebroken. Te Nuland-Geffen, vindt men nog een derde vertegenwoordiger van deze soort, hoewel met een moderne verbouwing. Tot het meubilair van deze kerk behoorde o.a. een oxaal. Deze koortribune is overgebracht naar de nieuwe R.K. Kerk en draagt het jaartal 1643. Pastoor Juten achtte het vrijwel zeker het werk van de beroemde Ant werpse beeldhouwer Jan de Nole Colijns, wiens zoon enige' jaren tevoren kapelaan was geweest in deze parochie. De eikenhouten biechtstoel, thans eveneens in de nieuwe kerk, dateert uit de zeventiende eeuw. Met nog een ge sneden beeldje van de H. Quirinus is dit het enige snij werk, dat bij de verhuizing bewaard is gebleven; meerdere beelden zijn door de toenmalige pastoor als van weinig waarde geschonken aan de firma Brom te Utrecht. In 1631 maakt de deken in zijn jaarverslag melding van twee schilderijen op de zijaltaren, de ene de H. Maagd 130

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 144