wel ergens anders samenkomen, wat nergens anders kan geweest zijn, dan in de Grote Kerk. In de vergadering van 30 Maart 1587 van de Brede Raad der stad over weegt men nog, dat „alzoo de hooftkercke deser stadt die men onlancx met alle middelen begonst te repareren, daeraene alnoch zeer vele es gebrekende ende tot ver- scheyden plaetsen, soo ondicht is, dat men die qualicken can gebruycken, tot grooten ongerieve ende prejuditie van den gemeenen goidsdienst. Vooral na 16 Mei 1587 pakte men dit herstel, zoals boven al omschreven flink aan. De financiën werden geleverd door een flinke verhoging van de accijns op bier, wijn e.a. gedistilleerd, nog steeds de stedelijke belastingen. De 13e Juni 1588 kwam de orgelmaker om het orgel te repareren en in hetzelfde jaar schonk prins Maurits een glas. Wanneer in de maand Februari 1590 een groot bord „van de Thien Geboden Godts in de kercken van Berghen" wordt opgesteld, dan kan men zeggen, dat de kerk voor de hervormde godsdienstoefeningen gereed en als zoda nig in gebruik is genomen. In 1591 is het herstel der kerk zelfs zover gevorderd, dat zij geheel onder dak was gebracht. Ongelukkig genoeg teisterde 15 Augustus 1607 opnieuw een storm de stad, waarbij een deel van de muur der nieuwe kerk boven op het koor van de oude kerk terecht kwam. Tijdens het beleg dat de stad in 1622 van Spinola moest doorstaan, kreeg de kerk ook enkele treffers in het schip en de toren en werd enig meubilair bescha digd. Ernstig schijnt de schade niet te zijn geweest. Indien er in de zeventiende eeuw enige aandacht aan kerk of toren wordt geschonken, geldt deze alleen het carillon, waarvan enkele onderdelen worden vergroot en het aantal klokken uitgebreid. Veel groter ramp trof het kerkgebouw ten gevolge van de belegering en de 111

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 121