Om nogmaals een loterij op te zetten staat het stedelijk
bestuur een crediet toe van 2400 gulden om prijzen in
de vorm van kunstvoorwerpen aan te schaffen. Waar
schijnlijk is het nadien gelukt het begonnen werk af te
maken. Het overleg te voren gepleegd tussen drossaard,
schout, burgemeesters en schepenen en de Koordeken
met Rombout Keldermans wijst er op, dat het ernst is.
Verdere bouwberichten blijven nu meer dan tien jaar
uit. Dat wil niet zeggen dat er niets gedaan werd, inte
gendeel. Ondertussen liet de stad verschillende klokken
bijgieten waaronder een van 3000 pond, zodat de toren
in 1530 een voor die tijd vrij volledig klokkenspel kreeg
van minstens 18 klokken.
De achteruitgang van de stad stimuleert echter de ver
dere bouw niet, doch men poogt met een eenvoudiger
plan tot afwerking van de ondernomen werken te
komen. Hierover vergadert de Raad van de Markies in
1539 onder voorzitterschap van Antonius van Glymes.
Weer moet een loterij aan de nodige financiën helpen
en tevens doet men een beroep op de dorpen in de
nabijheid, die ook in Bergen parochiëren, om enige
hulp te verschaffen.
Een onderdeel van het plan dat Rombout Keldermans
eertijds had ontworpen, vormt de bouw van een H. Sa
cramentskapel, alwaar de Markiezen en hun familie
leden hun laatste rustplaats zouden vinden. Nadat de
markiezin Jacqueline de Croy in 1545 begonnen was
voor de bouw van deze kapel een fonds te vormen, dat
ze de volgende jaren nog met aanzienlijke giften be
dacht, kon in ieder geval dit gedeelte met de grafkelder
alsmede een monumentaal Sacramentshuisje worden
gemaakt. Dit werk is in 1563 voltooid. Enkele maanden
later verbiedt de magistraat aan de kerkmeesters verder
108