zyen mach is ende blijft liggende, nyet alleene ongetym-
mert, ongemaect ende ongereeckt, maer oock dat vele
van den nyeuw tijmmeringen der selver kercken, staen-
de ten winde ende ten water, verderft ende vergaet, zoo
datter zeer grooten noot es daerinne te voersynne met
de bequaemste middelen ende expedienten dyemen sal
mogen ramen, concipieeren ende accorderen."
Omdat de inkomsten der kerk onvoldoende zijn, beraamt
het stedelijk bestuur opnieuw de nodige middelen ten
einde hierin te voorzien. Allereerst doet ze hiervoor een
beroep op het eergevoel van de burgerij, opdat deze
legaten schenke: „te meer behoort men hiertoe hertelick
geneycht te zijne, want hier binnen dese merckerlijcke
coopstadt maer een parochye en es ende men zyet in
allen anderen plaetsen, steden ende dorpen, hoe arm
ende ongevallich dye zijn, dat de parochyekercken vol-
getymmert ende volbracht werden."
't Is inderdaad beschamend, te moeten constateren, dat
Halsteren tussen 1495 en 1502 zijn kerk met een tran
sept uitbreidt, Ossendrecht in 1497 zijn kerk vergroot,
de bouw der parochiekerk van Steenbergen naar de
opzet van Antonius Keldermans in 1516 wordt voltooid
en de torens en kerken van Wouw en Oud-Gastel in
diezelfde jaren gebouwd of vergroot worden. Maar zij
profiteerden nog van het gunstig tijdsgewricht. Na 1520
immers wordt de economische positie van de hele Ne
derlanden vrij slecht. Maar tochBergen mag en wil
met zijn parochiekerk niet achterblijven en daarom ver
hoogt het stadsbestuur de accijnzen op bier en tarwe,
terwijl de Heer toezegt dezelfde belastingen toepasselijk
te zullen verklaren op de gehuchten en dorpen, die in
Bergen op Zoom parochiëren. Zelf zal de Heer „uut
zijnen eygenen goeden" een gift schenken ter „repa-
ratien ende tymmeringe."
107