de suffragaan bisschop van Luik naar Bergen op Zoom,
om de altaren en de kerk te wijden. Hoog en fors van
bouw ligt, van verre gezien en naar de tekening van
Dürer te oordelen, Spoorwaters bouwwerk tussen en
boven de Bergse huizen. Van buiten strak en sober,
gothiek van architectuur, bieden alleen de natuurstenen
gevelvlakken met hun hoge getraceerde ramen enige
aantrekkelijkheid. Binnen is er de versiering, welke de
eredienst vraagt, waar we slechts weinig van weten.
Doch naar de weinige afbeeldingen te oordelen moet
het gebouw zich hoog en luchtig boven de pilaren heb
ben verheven, hoewel het inwendige dezer kerk niet het
vluchtige en ijle had, dat de kathedralen van Antwerpen
en 's Hertogenbosch, met hun van de bodem door
lopende bundelzuilen kenmerkt. Bovendien zijn de koor
vensters niet zo smal als daar en hun omlijsting loopt
ook niet van de triforia af door. Enige gelijkenis met
de St Jacobskerk te Antwerpen valt echter niet te ont
kennen.
Wel heffen nog een rij gothieke spitsbogen, even hoog
als die van de traveeën, boven de galerijen of triforia
het stenen gewelf van middenschip, kruis en koor in de
hoogte en zijn daar door een vlak stuk zelfs van ge
scheiden.
De indruk van zwaarte wordt weer opgeheven door de
vier vrij hoge zuilen van het kruis en smallere in de
kruisbeuken, welke het idee wekken van grote hoogte.
Op hun, met een dubbele bladrand versierde, kapitelen
steunen de ribben van het gewelf.
In het koor is het weer anders, hoewel sterk in de lijn
van kruis- en dwarsbeuk. Uit de kapitelen van de
beneden-zuilen spruiten de slanke colonetten opwaarts
tot de hoogte der vier grote pilaren in het kruis en hun
eveneens met bladvorm gebeeldhouwde kapitelen dragen
101