heilige noodhelpers, wier afbeeldingen men in kerkpor
talen, gevels van huizen, vergaderzalen en op schoor
steenmantels aanbracht, want „Iedereen moet Christo-
phorus beeltenis aanzien, dan zal hij op een (voor hem)
goeden dag afsterven". Tevens verkondigt dit geweldig
werkstuk de lof van het heerlijk geslacht. De' stappende
leeuwen op het retabel, dat de staande voorstellingen
draagt, houden in hun voorpoten het wapen der Glymes,
omkranst met de keten van het Gulden Vlies en be
kroond door het helmteken: ezelskop en beenstukken.
De staande leeuwen op de zijstukken dragen fanions,
waarop wederom het wapen der Glymes en dat van Jans
gemalin is afgebeeld. Op de zijkanten prijken de wapens
van zijn ouders Jan metten lippen en Margaretha de
Saint-Simon.
Nog bevinden zich in deze zaal de portretten van enkele
heren en markiezen van Bergen op Zoom, als Jan metten
lippen (f1494), diens zoon Jan III van Glymes (f1532)
en van Jan IV (f1567) en diens echtgenote. Uit later
tijd is er een knap geschilderd portret van Frangois
Egon de la Tour d'Auvergne, markies van Bergen op
Zoom (f1710). In de tweede benedenhal van het stad
huis, leidt een trap met fraai bewerkte houten leuning
in renaissance stijl, naar de eerste verdieping (1621).
Hier bevindt zich de raadzaal, die in 1753 de huidige
vorm kreeg en door de toenmalige schepenen ingericht
werd als „Witte Kamer". Vooral het kunstige houtsnij
werk der beide achttiende eeuwse muurkastjes en niet
minder de fraaie schoorsteenmantel op kolommen van
Italiaans marmer verdienen de aandacht.
De achterplaats van het stadhuis is omgeven door een
aantal gevels uit verschillende eeuwen, waarvan er een
de aandacht verdient. Gelijkvloers staat daar een dicht
gemetselde galerij van hardstenen zuilen, met geprofi-
93