welke haar naam ontleent aan de bewoonsters van dit klooster, de zusters des ouden convents van de derde orde van St Franciscus of bagijnen genoemd. Heel deze Bagijnenstraat is nog heden ten dage een eeuwenheugend en durend bewijs voor de vroomheid en de liefdadigheidszin der middeleeuwers hier ter stede. Wel heeft het oorlogsgeweld in 1945 deze straat zwaar getroffen en veel gebouwen verwoest of ernstig beschadigd, maar de historische grond is gebleven. En bij de wederopbouwplannen der stad zullen de oude stichtingen in nieuwe vorm herrijzen, zonder hun karak ter te verliezen, zonder dat de historische sfeer geweld aangedaan zal worden. De historie spreekt op deze plaats wel heel sterk: hier toch was de plek waar eens Geert Groote woonde en werkte; hier vonden de zuster- en broederschappen des Gemeenen Levens hun oorsprong om zich over geheel West-Europa te verspreiden; van hier werd de stad Deventer en met haar de gehele IJsselvallei een cultureel middelpunt voor meer dan een eeuw lang. Hier was het dat Meester Geert in het jaar 1379 in een gedeelte van zijn woning definitief het Mr Geertshuis stichtte als samenwoning van arme vrouwen, die tezamen een vroom en arbeidzaam leven wilden leiden. Thans staat op deze plek het in 1945 deerlijk gehavende Groote- en Voorstergasthuis, anno 1858 opgetrokken in neo-classicistische stijl. Het was ontstaan door samenvoeging in 1798 van twee verschillende gasthuizen, te weten het Grote- of Heilige Geestgasthuis, de oudste stedelijke inrichting van die aard, reeds in 1267 vermeld en oorspronkelijk bestemd tot huisvesting voor arme zwervers en passanten, en als tweede, het Voorstergasthuis in 1471 gesticht door Geert Hakesberch in de Goltstraat, afb. 21. 41

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 45