niet te versagen, maar geloven, steeds geloven. En al wat in eeuwen hier werd gebeden, ook in tijden van druk, van angst en benauwen, spreekt, met het herderlijk woord van vermanen, van 't enige nodige: gelovig vertrouwen." Daarbij komen dan nog voor menigeen de stemmen van een persoonlijk beleven. Zo zullen de Deventer bede huizen nog eens zo dierbaar zijn voor ben die eens in de zo vertrouwelijke sfeer van de Bergkerk op Kerst avond een dienst hebben bijgewoond, en bij het flakke rend licht van honderden kaarsen, dat grillige schadu wen deed bewegen door de stemmige ruimte, het oude Kerstevangelie hoorden lezen. Die in de Broederenkerk de solemnele processie aan schouwden van aartsbisschoppen en bisschoppen waar mee, met al de kleurenpracht en plechtigheid van de Rooms-Katholieke eredienst, voor de derde maal in een bijna twaalf honderdjarige kerkgeschiedenis een Deven- ternaar tot bisschop werd gewijd. Die neerzaten in de imposante Grote Kerk, tot in de verste hoeken gevuld met een overgrote schare van alle gezindten, om van de kansel de woorden van predikan ten en pastoor aan te horen en gezamenlijk te danken voor de bevrijding van de stad. Of, in diezelfde kerk, enige weken later, in een eindeloze stoet, onder indruk wekkende stilte gedefileerd hebben voor de slachtoffers van het barbaars geweld, die onze bevrijding met hun bloed betaalden. Zo verstaan en beleefd, staan de kerken midden in ons leven, zoals ze midden in het stadsbeeld staan. In de eerste plaats dan de Lebuinus- of Grote Kerk; niet alleen het oudste kerkelijk centrum van Deventer, maar ook haar bakermat, zoals we op blz. 3 reeds zagen. 23

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 23