een leeuwenkop en engelenkoppen, van welke laatste er ook boven de ramen der tweede verdieping glunderen. Verder een balcon over de volle gevelbreedte. Naar de overlevering wil is het gebouwd op kosten van Koning Willem III als een geschenk, door de begiftigde uitge kozen, aan de kapitein der Deventer dienstdoende schut terij en militair instructeur J. H. Triebart; de gegoten ijzeren krijgstropheëen boven de deur wijzen daar nog op. Momenteel is Mars er door Terpsichore verdreven. Het is, in dit verband, in meerdere mate opmerkelijk dan verheugend, dat zo menig dansinstituut gevestigd blijkt in grote panden, waarvan de ruimte op het ogen blik zoveel beter te gebruiken zou zijn. Wordt de wereld niet al te zeer beschouwd als een dansfeest, en dat nog op een vulkaan? Afb. 33. Tenslotte dient hier even vermeld te worden een, helaas verdwijnend soort negentiende eeuwse bouwsels en wel de tuinkoepels in de Hoven aan de overzijde der rivier, achter de Worp. Aangelegd in 1631, dienden de tuinen tot verademing na een dagtaak in de zomers warme nauwe, dicht bebouwde en ommuurde stad of tot verpozing tussen groen en bloemen des Zondags. Zelfs was er een hof „in de wanderinge Luythersche kercke genoemt", waar de belijders der Augsburgse confessie, aan wie het houden van openbare godsdienstoefeningen, evenals aan Roomsen, Doopsgezinden en anderen, niet tot de „ware Christelijke religie" behorenden, verboden was, onder het mom van elkander hier buiten op te zoeken, bijeen kwamen. Ook in de binnenstad kwamen de Luthersen heimelijk bijeen, totdat ze in 1672 toestemming kregen hun godsdienstoefeningen in het openbaar te houden. Dit geschiedde toen in hun kerkje in Spinhuissteeg 4, waar zij bleven tot 1908, in welk jaar ze hun nieuwe 87

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 103