rel de Proli die zich hals over kop in den handel
met Oost-Indië gestort had. De Proli betrok in 1758
het groote huis met de Louis XVI poort en twee
groote balkonvazen aan de Groenplaats. Van de
inrichting van dit huis werden wonderen verteld.
Proli was een geleerd en kunstminnend man die
zijn woning tot een waar museum maakte en een
bibliotheek aanlegde die ophef maakte. Zijn be
drijvigheid als zakenman heeft het Antwerpen van
die jaren enkelen tijd volledig beheerscht, tot hij,
na aanvankelijke successen, roemloos ten onder
ging, talrijke Antwerpsche families in zijn val mee-
sleepend.
Met den bloei van Antwerpen was het overigens
bijna gedaan. Het groote Beursgebouw in 1583
door Pauwel Luydink gebouwd en welke de eer
ste overkoepelde Beurs in de stad werd, had haar
stimuleerend leven grootendeels verloren en zacht
jes aan sliep de stad in. Zij bleef echter nog vol
soliede fortuinen; de adel bleef rijk en machtig,
kon zich nog de weelde veroorloven paleizen te
bouwen.
Geleidelijk ontstaat een nieuwe reeks patriciërshui
zen waarvoor bestaande woningen gesloopt wor
den ofwel voor het grootste deel afgebroken. Uit
Duitschland was een bouwmeester overgekomen,
J. van Baurscheit den Oude, „Peer den Duitsch"
genoemd omdat hij in de buurt van Bonn was ge
boren. Hij ontwierp o.m. het tochtportaal van de
St. Caroluskerk, en was vooral als beeldhouwer
bekend. Zijn zoon Pieter van Baurscheit de Jon
gere (in 1699 geboren) zou de bouwmeester wor
den welke te Antwerpen voor de patriciërshuizen
den rococo- of schelpstijl invoerde.
72