strengelen van oude straatjes, van reeksen oude
trapgevels. Van op zijn hoogte schouwt men om
laag naar de Scheldekaai door een straatje dat u
over uitgesleten steenen trappen naar de „Poesje"
leidt, het oudste Antwerpsch volkstheater waar de
kunst gediend wordt met poppen, in een onder-
grondschen kelder.
Onder het Vleeschhuis stroomde oudtijds de om
heiningsgracht van de burcht en thans nog, nu de
ze gracht gedempt is, spookt daar onder het mo
nument een donkere, gewelfde doorgang die te
rugvoert naar de sombere romantiek van de mid
deleeuwen.
Niet alleen het Vleeschhuis teekent de macht van
de ambachten. Wij vinden hun beteekenis ook nog
in tal van gebouwen rond Vleeschhuis en Markt
en in de eerste plaats in de gevels van de Gilde-
kamersstraat, met deze van „het Schippershuis"
en „De Halve Maan" vooraan, beide scheppingen
van den in 1529 in Nederland geboren architect
schilder Hans Vredeman de Vries. Uit deze perio
de dagteekenen ook de drie verdiepingen hooge
gotische gildehuizen aan de Markt van den
„Ouden Voetboog" en „De Mouw". De volgende
eeuw voegden zich daarbij aan den overkant de
prachtige Renaissance-gevels van de „Gulden Ba
lans" en „Rottenborg", het eerste zetel van de la-
kenbereiders, het tweede van de schrijnwerkers.
De ambachten en gilden hebben er hun schoonste
dagen doorgebracht. Vanuit deze woningen straal
de het scheppende leven uit, dat Antwerpen be
giftigde met de kunstigste voortbrengselen van den
handenarbeid van haar vaklieden, de woningen
van de rijken die verfijnde, kunstvolle interieurs
65
Antwerpen 5