LIEFDADIGE INSTELLINGEN
Heeft de liefdadigheid Antwerpen met godshuizen
verrijkt, zij richtte ook tehuizen op voor krankzin
nigen, verlaten kinderen en voor weezen van beider
kunne.
De akeligste zijn gesloopt bij de verbreeding van
de Boeksteeg op het einde van de vorige eeuw. De
stad kent niet langer binnen haar muren de onmen-
schelijkheid van de middeleeuwsche krankzinni
gengestichten met hun foltertuigen, noch de schan
de van het vondelingenhuis met zijn beruchte
„Schuif", of „Tour". Maar haar „Knechtjeshuis"
en haar „Maagdenhuis" staan nog overeind al wor
den zij dan ook tegenwoordig voor andere doel
einden gebruikt. Het eerste werd in 1558 gesticht
door Johanna van Schoonbeke, het tweede in 1553
door den Duitschen koopman Suderman wiens
naam wij reeds in andere stichtingen ontmoetten.
In het Knechtjeshuis werden de weesjongens op
genomen, in het Maagdenhuis de weesmeisjes. Het
waren groote gestichten waar een strenge tucht
heerschte, de kinderen hard moesten werken en
waar de jongetjes zelfs dienst moesten doen als
lijkdragers bij rijke begrafenissen.
Sinds de afschaffing ervan is in het Knechtjeshuis
de Stedelijke Nijverheidsschool ondergebracht en
werd het Maagdenhuis de zetel van de Commissie
voor Openbaren Onderstand.
Van het eerste blijft alleen de straatgevel aan de
Paardenmarkt als herinnering over, van het twee
de, buiten den straatgevel aan de Gasthuisstraat,
een ruime binnenkoer. Beide gebouwen blijven een
60