Dit klooster is afgestookt geworden bij het beleg
van de stad door Marten van Rossum en toen zijn
de broeders naar Lier verhuisd.
Toen, in 1811 gansch het Leeg Kiel ingenomen
werd door den bouw van nieuwe vestingen en de
schorre langsheen de Schelde toegevoegd werd
aan de scheepstimmerwerven van Napoleon, wer
den de laatste overblijfselen van het klooster, wel
ke tot dan toe nog bij laag water konden opge
merkt worden, uitgegraven, en verdwenen daarbij
de laatste sporen van deze eeuwenoude instelling
in de onmiddellijke buurt van Antwerpen.
En tenslotte het klooster van de Zwartzusters
aan de straat van dien naam, gesticht op het einde
van de 15e eeuw door den bekenden Duitschen
koopman Suderman en waarvan de kleine wit-
steenen kapel in spitsbogenstijl gaaf bewaard is
gebleven.
Wil men thans nog een oordeel vormen van uit
zicht en beteekenis van wat een welvarend kloos
ter in zijn bloeitijd moet geweest zijn, dan zal men
in de Nosestraat de groote poort binnengaan wel
ke in den volksmond bekend is als „Potagiepoort".
Achter deze poort, aan weerszijden van een ruim
plein, zal men nog gedeelten van het oude kloos
ter van de Dominicanen terugvinden; links, zijn
oude boerderij (een stemmig gebouw met trapge
vel), rechts een reeks van grijze, door den tijd ge-
patineerde gebouwen, overblijfselen van het oude
kloostercomplex en welke ongetwijfeld dagtee-
kent uit het midden van de 17e eeuw. Men zal er
overigens een prachtig gezicht genieten op het
schip van de oude kloosterkerk, thans parochie
kerk van St Paulus, dat een eind in de diepte
53