Het vlamt en het gloeit te allen kant, grootsch van
conceptie, dramatisch van gebeuren en schitterend
van kleur; eerder het bruisen van het volle leven
dan de stille ingetogenheid, de rustige meditatie
van het godsdienstige gevoelen.
Vooral de St Jacobskerk die onder het Fransche
regime gelukkig haar kunstwerken kon bewaren,
haar pastoor legde n.1. den eed van trouw aan den
bezetter af en aldus bleef zij van plundering ge
vrijwaard, is thans nog opmerkelijk rijk aan be
meubeling. Men vindt er o.m. nog de indrukwek
kende reeks van mooi-versierde kapellen, waaron
der de Rubenskapel onder wier vloer de Meester
met de zijnen begraven ligt en waarvan het al
taar versierd is met een schilderij van Rubens
waarop hij zijn eigen beeltenis heeft weergegeven,
benevens die van zijn vader en grootvader en van
zijn twee dochters.
Voor een andere kapel, die van de Schutters, bors
telde Van Dyck een St Joris als altaarstuk.
De St Pauluskerk bezit o.m. nog een tafereel van
Rubens: „De Geeseling".
Het mooiste doek van zijn hand echter vindt men
in de St Augustinuskerk. Het siert het monumen
tale hoogaltaar dat, ofschoon uitgevoerd door
beeldhouwer Pieter Verbruggen, het merk draagt
van het uitbundig genie van Rubens onder wiens
leiding het trouwens vervaardigd werd.
Het altaarstuk verbeeldt „De Mystieke Bruiloft
van de Heilige Catharina". Aan de St Jorisfiguur
die er op afgebeeld staat, verleende Rubens zijn
eigen gelaatstrekken, terwijl die van zijn beide
echtgenoten, Isabella Brant en Helena Fourment,
respectievelijk, de H. Apolonia en de H. Agnes
45