Volgens een volksvertelling heeft het weinig ge
scheeld of hij zou nooit gebouwd zijn geweest.
Want, wanneer met het graven van de grondves
ten begonnen werd, drong uit de aarde het water
omhoog en overspoelde het de werken. Niemand
zag er nog dag door. Tot een eenvoudig metser
op het denkbeeld kwam ossenhuiden aan te wen
den. Zijn zoontje vertrouwde de uitvinding aan
den bouwmeester toe en de metser kon uit zijn
vondst niet meer de eer en het voordeel halen
waarop hij gerekend had. Woedend doodt hij het
kind en ontvlucht de stad. Vele jaren later beklom
een oud man den toren die inmiddels gebouwd
was en stortte zich van de spits op den grond te
pletter, in zoovele stukjes als men koperen staaf
jes zag in den arduinen steen welke thans nog aan
den voet van den toren op het voetpad ingemet
seld ligt. De oude man die aldus zoo wreed een
einde stelde aan zijn leven was niemand anders
dan de metser welke destijds dank zij zijn uitvin
ding den torenbouw mogelijk maakte.
Toren en Kathedraal.