gingen bidden alvorens terecht te worden gesteld.
Het kruis werd overgebracht naar het binnenplein-
tje van het Steen. Tenslotte; geheel of gedeeltelijk,
een geheel complex van straten: de Vischberg, die
van de hoogte van het huidige Ogierplein naar de
Vischmarkt daalde in een sierlijken boog; de
Vischmarkt zelf (de Binnen- en de Buiten-Visch-
markt) welke vlak tegen de muren van het Steen
aanleunde; de Haringvliet (de oude ontuchtwijk
vermaard onder den naam van Rietdijk); de Schip
straat, Appelstraat, Lanteernstraat. En van de
groote straten Kaasstraat, Kuiperstraat en Paling-
brug werden stukken afgesneden. Vooral de laat
ste straat was gekend om haar buitengewone schil
derachtigheid.
Gesloopt ook werden al de poorten en torens van
het vestingstelsel aan de Schelde: de Bakkerstoren,
de Vischverkooperstoren, de Werfpoort, en de
monumentale kraan aan het Kranenhoofd, de trots
van de scheepslossers of „kraankinderen".
Feitelijk is het als een kleine stad op zichzelf wel
ke aldus aan de sloopers bij de verbreeding van
de Scheldekaaien is ten offer gevallen. Plannen,
teekeningen en schilderijen over dit stadsgedeelte
laten ons nog toe een denkbeeld te vormen van
hetgeen verloren is gegaan.
Alleen het Steen heeft genade gevonden, maar
het scheelde weinig of ook in zijn muren hadden
de afbrekers hun houweel geslagen.
Aanvankelijk 's Heeren Steen, later stadsgevange
nis, werd het in 1520 herbouwd in opdracht van
Keizer Karei door de befaamde bouwmeesters Do-
minicus De Waghemakere en Rombaut Kelder
mans.
15