beide gebouwd door den stadsbouwmeester Pieter
Dens, de bouwmeester van het zomerlokaal van
de Harmonie. Andere openbare gebouwen volgden
weldra: de Nationale Bank (bouwmeester Bayart)
en het Gerechtshof (door de gebroeders Baekel-
mans). En de De Keyserlei wordt aangelegd als
rechtstreeksche verbinding met het station, even
als de Gemeenteplaats, het eerste nieuwe stads
plein op de gronden buiten de oude stad. Onge
veer veertig jaar na het sloopen van de Spaansche
omheining waren alle beschikbaar gestelde gron
den nagenoeg volbouwd en omheen de oude stad
had zich een ononderbroken steenen gordel geslo
ten verschillende kilometers diep, een banale, stee
nen gordel waarin men vruchteloos nog iets van de
bouwkunde of den geest zou zoeken welke voor
heen Antwerpen kenmerkte en groot maakte.
Onder den invloed van een geestesgesteldheid die
in stedebouw alleen hygiënische behoeften erkende
(en deze behoeften eenvoudig terugbracht tot
straatbreedte en hooge woonkamers), waren de
nieuwe straten over het algemeen opmerkelijk
breed, buiten verhouding tot hun functie.
Aan het verschaffen van ruimte aan den achter
kant van de woningen werd geen aandacht ge
schonken. In feite bouwde men propagandistisch,
voor de „fagade". Ingevolge denzelfden gedach-
tengang werd de singel der leien uitzonderlijk
breed aangelegd en tevens met boomen beplant,
terwijl de squares van de Geuzenhofjes tot stand
kwamen. Even ruime wandelwegen als Charlottalei
en Belgiëlei sloten er zich bij aan. En voor de eerste
maal in de stadsgeschiedenis verschijnt het open
baar park: het kleine Stadspark en de Warande.
107