witten steen, missen zelfs deze afwisseling in het
gevelbeeld.
Steeds zijn de hoofdlijnen dezelfde, nochtans on
derscheidt iedere gevel zich van den andere, door
hoogte of breedte, door een detail aan een raam,
of door een verschil van vensterbouw in den top,
door de top zelf, zoodat deze schijnbaar zoo een
voudige bouwvorm in werkelijkheid ongemeen rijk
aan verscheidenheid is. Door de hoogste rondvor-
mige vensteropening die gewoonlijk midden in den
top is geplaatst, stak doorgaans de zware hijsch-
balk uit, die voor het ophalen van de koopwaar
gebruikt werd.
Slechts enkele gevels vertoonen gothische motieven
in den top (een aan de Eierenmarkt)en niet meer
dan een paar prijken in hun bovenvlak met een
halfverheven krulmotief (Oude Koornmarkt en
Keizerstraat). Geen enkele bezit een balkon. Dit
ontmoet men alleen aan de 18de eeuwsche patri
ciërshuizen waar het met zijn kunstig gesmeed
ijzerwerk tot een architectonisch motief wordt van
hoofdzakelijke waarde. Het gebouw van de vroe
gere verkoopzaal der notarissen aan de Minder
broedersstraat en het hotel du Bois aan de Lange
Nieuwstraat o.m. toonen nog dergelijk versierd
balkon, en tot voor enkele jaren was ook de gevel
van het huis Verellen aan het Klapdorp er van
voorzien. Het huis werd sindsdien gesloopt en de
mooi gesmeede balkon-afsluiting berust thans in
het Oudheidkundig Museum van het Sterkshof te
Deurne.
Wij zegden reeds vroeger dat onder het Fransche
regime het bepleisteren van woninggevels volop
in de mode kwam. Eerder zeldzaam zijn dan ook
87