ware „schrijfmeesters" aan, personen, die op ons
schrift een grooten invloed uitoefenden. Als één der
eersten noem ik
Dirck Adriaensz. Valcooch.
Deze Valcooch gaf in 1591 bij Laurens Jacobsz. te
Amsterdam een boekje uit over het schrijven. Hij
was toen schoolmeester tot Barsigherhorn. Daar het
schrijven in dien tijd als zéér belangrijk gold, be
hoeft het geen verwondering te wekken, dat Val
cooch over dit onderwerp zeer uitvoerig schreef.
Daardoor is tevens voor het nageslacht vastgelegd
wat zoo'n onderwijzer voor zijn vak zoo al noodig
heeft. In dit boekje geschiedt het vermelden van
het schrijfgereedschap, op rijm, als volgt
Een pennemes 'dat wel ende scherp can snijden
Een sandtdoosken, daer de sanden op 't papier deur
glijden,
Met een schrijf ladeken dat men sluyt als een tas
Daer sal 'hij in houden, pennen, signet, groen was,
Met een inckt-hoorenken daer boven op staende,
Een lustige Coker op zijn zijde, als hij is gaende.
Een Ley, een Schrijfboec, daer hij zijn scholiers in
teeckent,
Een blau teghel, met een Looper van kyeselingh
steen
Daer hij alle coleuren van inckt op wrijft seer reen.
Een bosch gansepennen, en pargamenten vellen
Een glas vol swerten mekt daer bij stellen
Met drye oft vier boeck wit papier.
35