Als U zoo'n fraai oud blad bekijkt, voelt U dan niet de groote liefde en de toewijding waarmede de vroegere kunstenaar het heeft gemaakt? Voelt U als het ware niet de vrome toewijding, die ervan uitgaat, waardoor het tevens zoo 'boeit Ik zou deze devote makers van kerkelijk schrift willen verge lijken met de bouwers van kerken en kathedralen in den ouden tijd. Ook daar die scheppingsdrang, 'die, in dit geval de kerk of kathedraal, dus hun bouwwerk, devotie willen laten uitstralen. Ook daar stellig zeer vrome, scheppende kunstenaars, overtuigde belijders van hun geloof, geloovigen, die in zioh voelden een zoo eerlijke, bewuste roeping, dat die zich een uitweg moest banen. Zij hadden iets te vertellen en zij deden dit op hunne vrome en devote wijze. Een wijze, die zelfs nu nog door de gansche menschheid wordt aangevoeld als een manifestatie van geloofsovertuiging. Zij voelden zich de bouwers aan het geloof, ieder op eigen wijze, de monnik met woorden en geschrift, de bouwmeester in de oudheid door zijn kerkelijke bouwscheppingen. In beide gevallen dus werken ter eere van God. Door een geloofsovertuiging kan een kunstenaar weiken scheppen, die eeuwigheidswaar den bezitten. Mag ik dit nog met een geheel ander voorbeeld uit lateren tijd trachten duidelijk te maken? Bekijkt U eens het kerkelijke werk van Rembrandt, den grootsten onzer ooit geleefd heb bende Nederlandsche meesters. Denkt U dat zoo iemand een wreed of ongeloovig mensch zou kunnen 29

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 27