Vele bekwame copiïsten en sierkunstenaars vlucht
ten naar Italië en Gallië, onder medeneming van
'hunne persoonlijke kunstbezittingen zooals: boeken,
rollen, miniaturen, ivoren schrijftafeltjes en...
hunne grondige kennis op schrift- en kunstgebied
om die in de genoemde landen ongestoord in
practijk te kunnen brengen. Het onderwijs in die
landen voer er wel bij. Natuurlijk had een en ander
groote gevolgen. Want de verluchtingskunst onder
ging nu een sterk Byzantijnschen en Griekschen
invloed.
Hoe bewaarde men de beschreven bladen perka
ment? In den eersten tijd uitsluitend in rollen,
later in boekvorm. Deze rollen, bestaande uit aan
elkander gehechte vellen perkament, waren soms
zeer lang. Rollen van twintig meter lengte waren
geen zeldzaamheid. Vaak werden zulke rollen be
waard in kostbare kokers. Men neemt aan, dat de
Iersche- en Angelsaksische kloosters hier in Europa
den boekband het eerst hebben uitgevonden ongeveer
in de 5e eeuw. Deze eerste boekbanden bestonden
uit twee plankjes, met leer overtrokken. Daar de
Ieren bekwame lederbewerkers waren, laat een der
gelijke uitvinding zich wel verklaren. Zulk een boek
noemde men „codex". Toch trof men tot de 10e
eeuw nog rollen aan; zulke rollen noemde men
volumina (afgeleid van het Latijnsche volvere
rollen). Als volumina en codices zeer kostbaar
waren, bewaarde men ze in speciaal bewerkte
schrijnen, kunstig bewerkt. Soms ook borg men ze
23