dat dit een legende is. Vast staat evenwel, dat het
schrijfperkament daar veel verbeterd werd.
Wie zich nooit verdiept heeft in de geschiedenis van
schrift, noch studie heeft gemaakt van kerkgeschie
denis, heeft er geen besef van, hoeveel er van de
oudste tijden tot aan het einde der middeleeuwen
is geschreven. Duizenden en duizenden hielden zich
er mee bezig. Lang vóór onze jaartelling teekenden
Egyptische, Grieksche en Hebreeuwsche priesters,
geleerden en wijsgeeren de uitkomsten op van
hunne wetenschappelijke onderzoekingen en geeste
lijke gedachten. Geleerde copiïsten of beroeps
schrijvers vulden destijds de beroemde bibliotheek
te Alexandrië. Deze beroepsschrijvers voorzagen
toen in hun levensonderhoud door werken uit die
bibliotheek over te schrijven. Voornamelijk waren
dit werken op het gebied van astronomie en wijs
begeerte. Reeds tijdens de opkomst en den bloei
van het Romeinsche rijk was de Romeinsche aristo
cratie een gretige koopster. Eén en ander omdat
deze Romeinen met de voortbrengselen van de
Grieksche wijsbegeerte enz. hun voordeel wenschten
te doen met het oog op hun beschaving en ontwik
keling. Toen de eerste keizers in Rome openbare
bibliotheken stichtten, daarna iedere nederzetting
in bezette gebieden een min of meer bescheiden
boekenschat bezat en andere steden ook in 't 'bezit
van boekerijen kwamen, nam het aantal der be
roepsschrijvers steeds meer toe. Doch door de
steeds toenemende uitbreiding van het Christen-
16