ge „Verkeer", dat elders zoo menige stadsgracht
dempte, of oude, toen leelijk gevonden „sta in den
wegs" opruimde, hier minder nadrukkelijk zijn
eischen gesteld. Wel is ook hier veel moois door
verwaarloozing en wanbegrip te niet gegaan en
het was een dubbeltje op zijn kant, toen omstreeks
1923 de Gemeenteraad besloot, de Middeleeuw-
sche Kampbinnenpoort, als hinderlijk voor het
verkeer, af te breken. De Langestraat, als win
kelstraat helaas toch al zoo geschonden, zou dan
zooiets als een uitgeholde komkommer zijn ge
worden! Gedeputeerden waren wijzer en hebben
dit raadsbesluit geschorst, waarna het vernietigd
werd door de Kroon. De poort werd niet afge
broken, integendeel gerestaureerd en ze geeft nu
aan dit stadsgedeelte iets van de oude intimiteit
terug. De vele melk- en andere vrachttransporten
vinden dit maar matig en rammen de oude poort
van tijd tot tijd: de uitgestooten stukken steen de-
monstreeren alleen, dat dergelijke plompe vehi-
cles voor doorgaand verkeer, niet in het stads
centrum thuisbehooren.
Door de geringe uitbreiding in den gevaarlijken
tijd is de leelijke ring om de binnenstad gelukkig
dun gebleven. De groote uitbreiding zette pas
circa 1912 in.
De moderne plattegrond der stad (zie achter in
het boek) laat dit wel duidelijk zien. Dadelijk valt
het Centrum op, de door twee grachtengordels in
gesloten Middeleeuwsche binnenstad, het heeft on-
10