len, dat men op de Hohorst, die men tot „Mons
Sacer" wilde maken, een klooster stichtte.
Zoo rijst nog eenmaal voor ons geestesoog het
visioen van langvergeten dagen: Het groote, ge
deeltelijk door plantengroei bedekte moeras, de
er doorheen slingerende beken en daarboven een
rij zandheuvels. Op de hoogste daarvan, onder
hooge boomen staat een Klooster en wat verder-
in, op een lagere heuvel, daar waar de Groote
Heerweg, waarlangs reis- en vrachtwagens moei
zaam voorttrokken, de Eem sneed, staat een Rid
derburcht met een groepje huizen. Twee vooruit
geschoven posten in het eenzame land, een van
het geestelijk een van het wereldlijk gezag!
De Heem Amersfoort is wel van zeer eerwaardi-
gen ouderdom en vol schoone herinneringen. Het
is een gebenedijd oord. Naast zeer gevarieerd
natuurschoon biedt het allerlei kostelijks op het
terrein der cultuur en het is verheugend, dat daar
voor de oogen steeds meer open gaan.
Gemeentebestuur, ambtenaren en particulieren
zijn vol animo om allerlei oude schatten uit onze
stad op te sporen en zoo mogelijk te restaureeren.
En wat den nieuwen bouw betreft, te streven naar
een verantwoorde aansluiting aan het schoone,
dat er is, om zoo te komen tot een harmonisch ge
heel, dat de harten verheft.
104