stamvaders van de menschheid: men moet tevreden
zijn, wanneer er althans een stukje van terugge
vonden wordt.
Heel oud is ook de grijsblauwe driebeen, die op
een der heemsteden in den Paterswoldschen plas
gevonden is. Die eilandjes zijn plekken, waar zeer
lang geleden gewoond is. Onder de vondsten ko
men ook stukken Pingsdorfer voor en dat maakt
een dateering eenigermate mogelijk. Men mag ook
hier wel aan de elfde eeuw denken.
Het verspreidingsgebied van de grape kan nog niet
nauwkeurig vastgesteld worden, maar zeker is,
dat zij over geheel West- en Noord-Europa voor
komt. Bij de onderzoekingen van de Wikinger-
stad Haithabu is zij ook al gevonden (dat is dus
in het Oostzeegebied) en dat maakte ook weer een
dateering mogelijk: 11de eeuw. Alles bij alles is
het zeer waarschijnlijk, dat driebeen tusschen 1000
en 1100 het levenslicht aanschouwde.
Zij kreeg een talrijk nageslacht, dat een zegetocht
door de eeuwen begon. Oorspronkelijk zal zij het
zonder oor hebben moeten stellen. Dat was in den
tijd, dat de rand nog sterk naar buiten uitboog en
het dus mogelijk was driebeen met een gaffel in
den nek te vatten en zoo uit de heete asch te ha
len. Precies als bij alle oude families weten we wei
nig van de eerste generaties af en het mag wel
een wonder heeten, dat nog alle boven medege
deelde feiten aan het licht zijn gekomen. Er is ech
ter hoop, dat we allengs meer te weten komen.
Onze bodem is een kist met documenten, waar
we nog maar enkele perkamenten uit opgediept
hebben. Het schrift is moeilijk te lezen en zoo
vluchtig gezien schijnen heel wat bladzijden be-
75