Op invoer uit de Maasvallei wijzen de stukken van
afb. 32. Het baksel is geel op de breuk, lang zoo
hard niet als het zoo juist behandelde stuk en
voorzien van spaarzaam loodglazuur. Aardewerk
van hetzelfde karakter wordt in het museum van
Luik bewaard. De vrij vlakke bodem met de even
uitgeknepen pootjes waarbij deze pootjes eigen
lijk het kenmerkende uitmaken -vindt men in ons
land overigens zeer zelden.
Terwijl Twenthe, Salland, de Graafschap en zelfs
nog wel de Veluwe alle landstreken zijn, die in
meer of mindere mate onder invloed staan van
Westphalen, moet men in Holland en Utrecht sterk
rekening houden met de productie van pottenbak
kerijen als die te Mechelen en andere Brabantsche
plaatsen. Echter bracht de Vlaamsche handel
waarschijnlijk ook heel wat waar in ons land.
Sterk is die Vlaamsche invloed in ieder geval in
Zeeland. Stukken als nr. 1 van afb. 30 vindt men
wel in Zeeland met vergelijkingsstukken in
Gent en Brugge maar niet meer in Holland of
Utrecht. Dit zoo in het algemeen. Men vergete
nooit, dat de bestudeering van deze verschijnselen
nog in haar kinderschoenen staat en dat er een
reeks van onderzoekingen noodig zal zijn, om ons
na vele jaren in staat te stellen het ontworpen, vrij
vage beeld, duidelijker te omlijnen.
De beteekenis van alle geschetste invloeden zinken
echter in het niet bij die van het Rijnsche steen-
werk. Bij elke opgraving komt een geweldige massa
van dit Rijnsche steenwerk voor den dag. Vaak is
het zoo, dat de inheemsche waar slechts een klein
deel van het gevonden materiaal uitmaakt. In de
veertiende en vijftiende eeuw zijn het de produc-
54