zijn, waar men met kunst en vliegwerk gesmoord
goed maakt. Ook al, omdat die pannen duurzamer
heeten te zijn dan de gewone roode. Eerlijk gezegd
heb ik daar geen ervaring van en ik heb mij al
lang voorgenomen, om daar eens met een bouw
kundige over te praten."
De berg brij was al aardig geslonken; binnen niet
al te langen tijd konden we gereed zijn.
„Heb jij eigenlijk wel eens een oven gevonden?"
vroeg ik zoo argeloos mogelijk. „Je praat maar over
verbeterde ovens, waar de pottenbakkers zoo onge
veer mee doen konden, wat zij wilden. Maar ken
jij die dingen nu wel zoo goed."
„Een gemeene vraag. Als ik een oven had gevon
den, zou jij je dat ook wel herinneren. Dan was het
huis te klein geweest om al mijn vreugde te bevat
ten. Neen; hoewel ongeveer overal pottenbakkers
hebben gewerkt, zijn vrijwel nergens ovens gevon
den. Ik weet, dat er in Zuid-Limburg wel eens
ovens ontdekt zijn, maar die zijn meestal vernield,
voordat een deskundige ze onderzocht had. Ik heb
er zelf een onderzocht bij Brunssum. (Dat klopte
eigenlijk niet met zijn eerste uitroepen. Het was ze
ker nog een ervaring uit den tijd, dat we niet ge
regeld met elkaar omgingen). Geen eigenlijk roos
ter, geen eigenlijke stookruimte. Heelemaal van
klei opgebouwd in een sleuf in het zand; met een
zeer gecompliceerd systeem van trekgaten. Dus
eigenlijk een verbeterde uitgave van de brandgrep-
pel. De bekende aardewerkonderzoeker Konrad
Strausz schijnt nog ongeveer dezelfde ovens in
Hessen voor het stoken van steenwerk gezien te
hebben. Zijn beschrijving doet mij tenminste sterk
aan mijn oven te Brunssum denken. Er kon al aar-
43