de eeuw een verzorgde vorm bestaan. Maar de ge
zichten verliezen ook daar toch het menschelijke en
worden tot maskarons, die aan de saterkoppen uit
de antieke beschaving herinneren.
Nu we het toch over de uitbeelding van den mensch
hebben, zal ik meteen maar overgaan tot de be
handeling van een andere, zeer zeldzame verschij
ning. Zij is te vinden op de ruïne van Brederode.
Het is een beker, in de gestalte van een non. De
kop is er helaas af. De rechterhand houdt een kan
vast en schenkt een beker vol, die de figuur in de
linkerhand heeft. De beker is van geel aardewerk
en donkergroen geglazuurd. Er zijn maar enkele
van dit soort bekers bekend. Bij graafwerk in de
Y-polder heeft men eens een oud schip met aarde
werk opgedolven, ongetwijfeld een pottenschuit. Te
midden van allerlei aardewerk werden ook enkele
bekers van dit soort gevonden. Het ligt voor de
144
Beker op Brederode.