er op geschilderd. Vlak daarbij een oor van rood
aardewerk en kijk, weer zoo'n bruine harde scherf.
Precies als het stuk met de letters thuis. Er zat nog
wat klei op, maar toen hij het schoon wreef, voelde
hij het al: ook hier moest wat op staan. Wel zeker,
weer figuurtjes en letters. N DANSEN DIE
BAUlas hij na eenig turen. Thuis vergeleek
hij zijn nieuwe vondsten dadelijk met de oude en
verheugde zich: de harde bruine scherven pasten
vrijwel aan elkaar.
Z DAPPER BLASEN DAN DANSEN DIE
BAU. Verder kon hij niet komen. De figuurtjes
stelden dansende boeren en boerinnen voor, heel
ouderwets gekleed. En, omdat er geen vrouw in
huis was en hij er toch ook niets beters op wist,
zocht de oude boer wat as f altspij kers uit den ouden
roestigen spijkerbak bij elkaar en nagelde de stuk
ken aan den houten wand van zijn kamer.
Met de buren sprak hij er over; na lange, traag
verloopende gesprekken, kwamen zij tot de slot
som, dat de zool van dien ouden dijk in zijn land
indertijd aangelegd moest zijn met afval uit de
groote stad.
De oude boer, die moederziel alleen op zijn scha
mel boerderijtje woonde, vond nu nog wel eens
meer tijd, in de zool van den verdwenen dijk te
gaan wroeten. Zijn verzameling scherven groeide
gestadig en de wand van zijn kamer ging op den
duur schuil onder de vastgenagelde scherven. Soms
vond hij kruikjes of kannen, waar nu niet zoo veel
aan ontbrak en een enkele maal een gaaf stukje
aardewerk. Wanneer hij op lange winteravonden
zijn sigarenkistjes onder de bedstee vandaan haal
de en zijn verzameling voeten, buiken, ooren en
15