als men maar kon wenschen. Al het vreemde werd
toen verklaarbaar. Het oor dient om den pot op te
hangen; wanneer de pot tegen den muur hangt,
wordt het gat in den buik tegelijkertijd afgesloten.
Door de nop aan den mond gaat het zitstokje voor
de spreeuwen of musschen, die den pot tot hun
woonplaats gekozen hebben. Het zullen wel vaak
spreeuwen geweest zijn; op den gevelsteen heet
het ding ook spreeuwpot.
De spreeuwpot komt in heel wat variaties voor.
Er zijn er, die met hun platten of afgeplatten bo
dem tegen den muur kunnen hangen en er zijn er,
die met een iets afgeplatten wand langs een gevel
hangen. De pottenbakker heeft in dit geval na het
draaien van den pot den wand ter plaatse van het
gat iets platgedrukt. Het type, dat met den bodem
tegen den muur hangt, schijnt wel het oudste van
de twee te zijn. Bij sommige stukken heeft de pot
tenbakker heel logisch overigens het gat
juist in den bodem gesneden. Wanneer nu deze
oudere spreeuwpotvorm ,,in functie" was, werd het
gat behoorlijk afgesloten.
Bij de potten van het jongere type is het met die
gaten vaak een eigenaardig geval. Gedachten aan
een zekere luxe hebben vast een rol gespeeld als
we zoo duidelijk kunnen merken, dat de potten
bakker al zijn best gedaan heeft om er een mooi
dekseltje op te maken; een dekseltje, dat soms met
pennetjes kon worden vastgezet. In een ander ge
val is aan het dekseltje zoo n wonderlijke vorm ge
geven, dat het moeilijk van den wand zou kunnen
vallen. Bovendien ligt het achterdeurtje van de
spreeuwenwoning meestal aan de zijde, waarmee
zij tegen den muur rust.
138