Groningschen pottenbakker te zeggen? Misschien
werd een enkele lezer hier en daar bekropen door
het vage voorgevoel, dat inderdaad was afgezien
van een droge opsomming van het voorhanden
materiaal om te gelegener tijd de lacunes op te
vullen. En dat moment is nu eigenlijk wel gekomen.
Voor zoover wij op het oogenblik weten, staat er
naast de groote groep van het ingevoerde drink
gerei een in het niet zinkend aantal inheemsche
producten.
Bij de kannen is het toch wel wat anders. Naast
de vele steenen schenk- en drinkkannen staan mis
schien wel een aantal blauwgrijze kannen uit Bra
bant of Vlaanderen, maar verder toch ook een be
langrijke groep ter plaatse vervaardigde kannen.
Bij de ingevoerde Rijnsche waar was het niet altijd
gemakkelijk om na te gaan, wat de man aan de
draaischijf nu eigenlijk bedoeld had: een schenk
kan of een drinkkan. De meeste blauwgrijze en
roode kannen laten in dit opzicht geen twijfel. Ze
zijn vaak van een dergelijke afmeting, dat alleen
een ongemeen dorstig man den moed gevonden zal
hebben, zoo'n kan aan zijn mond te zetten. Zoo
eentje als op afb. 30 heeft een inhoud van ver
scheidene liters. Die van afb. 9 is wel wat be
scheidener, maar er gaat toch ook nog veel meer
in dan onze maag op staanden voet kan verwer
ken. En toch geloof ik, dat een dorstige bierdrager
in dit geval de klaarblijkelijke bedoelingen van den
pottenbakker in volle gemoedsrust zal hebben ge
negeerd.
Maar bij de kan van afb. 24 ligt die bedoeling er
toch wel zoo dik op, dat niemand er zich in kan
vergissen. Deze kan is gevonden in den afvalput
121