Hollandsche en Limburgsche pottenbakker voor
aandeel heeft in de voortbrenging van drinkgerei.
Het zou juister zijn zich eerst eens af te vragen,
wat in het algemeen door den inheemschen potten
bakker op de markt werd gebracht. Wanneer men
er op stond datgene af te zonderen, wat uit Vlaam-
sche en Brabantsche randgebieden naar het Noor
den kwam, zou men een beantwoording van deze
vraag beter uit den weg kunnen gaan. Want dan
is er zeker geen behoorlijk gedocumenteerd ant
woord op te geven. Vooral blauwgrijs goed schijnt
er nog al wat uit de randgebieden te komen. Ik heb
trouwens boven reeds op stroomingen uit andere
gebieden gewezen en zal er daarom niet verder op
in gaan.
Iets over het inheemsche drinkgerei. Of, wat rui
mer gesteld: wat staat er tegenover den Rijnschen
import?
Het blauwgrijze aardewerk omvat, voor zoover be
kend, slechts weinige stukken typisch drinkgerei.
Bij de opgraving van Balgoy kwam een wand-
scherf te voorschijn van een beker, die met fijne
draairingen versierd was en waarvan de wanddik
te zeker niet grooter was dan van onze theekopjes.
Lang nog heeft een arbeider ingespannen naar
meer scherven van dit uiterst fijne stukje gezocht,
maar tevergeefs.
In het museum Twenthe staat een kleine trechter-
beker uit blauwgrijs aardewerk, een getrouwe co-
pie van de Siegburgsche schepping en tevens een
bewijs voor het nog late voorkomen van dit soort
aardewerk.
Dan zijn er nog een paar bijna cylindervormige
kannen en daarmee moet het overzicht al sluiten.
116