die bij opgravingen of zoo toevallig bij grondwerk
worden teruggevonden, bijna altijd als het fijne
porcelein van een bepaalden tijd beschouwd moe
ten worden. Ik kan mij voorstellen, dat het niet
bepaald gemakkelijk is, om nr. 2 van afb. 23 van
dien gezichtshoek uit te bekijken. Het is een be
kertje van steenwerk met een tamelijk ruw opper
vlak en bruin van kleur. Er ging niet zoo heel
veel in; het bekertje is maar ongeveer 8 c.m. hoog.
Dit was nu het pronkstuk, dat in het tijdperk tus-
schen ongeveer 1200 en 1300 wellicht ook nog
wel wat vroeger en wat later bij bijzondere ge
legenheden op tafel kwam, wanneer er iets bij
zonders te drinken viel.
Veel beschaafder ziet het drietal van afb. 12 er uit.
Het zijn dan ook al verre nazaten van het boven
besproken bekertje. Nr. 3 kan nog wel in de eer
ste helft der veertiende eeuw gedateerd worden,
maar het schaaltje en kommetje behooren tot de
fijnere ceramiek, die in de laatste tientallen jaren
der veertiende eeuw eerst in Siegburg vervaardigd
werd. Het schaaltje wordt vaak voor een dekseltje
aangezien. Wanneer ik echter verklap, dat de rand
van het afgebeelde exemplaar een zalmroode kleur
en een glimmend oppervlak heeft, dan is het niet
meer zoo moeilijk om in dit voorwerp een drink
schaaltje te zien. Er zijn er wel, die van een oor
voorzien zijn of van twee tegenover elkaar staande
noppen om het aanvatten wat gemakkelijker en het
opnemen iets minder riskant te maken. Het schaal
tje komt eveneens voor op het onder afb. 14 ge
reproduceerde schilderij.
Ook het kommetje heeft een gladden zalmrooden
rand. Deze gladde randen danken hun ontstaan
111