en zijn dus niet historisch en men bega dus niet de fout de prachtige historische bouwwerken te ver knoeien door er verkeerde leien en leibedekkingen op te leggen, die bovendien een ergernis vormen voor iederen goeden, met traditie en geschiedenis op de hoogte zijnden vakman of toerist, die deze gebouwen komt zien. Het zou een misdaad zijn tegenover den vroegeren bouwmeester. Wat de keuze van leimaterialen betreft moeten wij ons losmaken van de denkwijze, dat de soort, die op het gebouw ligt, er weer op moet. Het is gebeurd, dat de beste kwaliteiten leisteen door deze denkwijze (zelfs door keuringsbureaux) afgekeurd werden, omdat deze te dik en te ruw waren of uit een ander land kwamen dan de oude of 19e eeuwsche leien, die toevallig op het dak lagen. Zonder aan den oorspronkelijken vorm onzer oude Rijn- en Maasdekkingen iets te kort te doen, zijn wij verplicht gebruik te maken van de goede leisoorten en bevestigingsmaterialen die ons het moderne vervoer en de techniek gebracht hebben en ook aesthetisch bezien door hun dikte, behouwing, splijtvlak, de mooie na tuurlijke bekoring aan de leibedekkingen teruggeeft. Voor zoover uit practijk en overlevering of uit oude bestekken is na te gaan, hadden de voornaamste histo rische bouwwerken boven en langs den Rijn, uitgezon derd die van enkele zeehavens, de oude Rijndekking en de gebouwen onder en langs de Maas de oude Maasdekking en wel in de uniforme stijl of oervorm als tevoren beschreven. Deze traditie moet bewaard worden, zoodat de restau rateur om historisch juist te zijn, op deze basis kan vaststellen of er een oude Rijn- of wel een oude Maas dekking op het gebouw toegepast moet worden. Voor de monumenten, die de eeuwen moeten trot- seeren, is het allerbeste leimateriaal nauwelijks goed 98

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 96