Aan sommige Engelsche leigroeven reageerde men zelfs hierop door natuurleien, door middel van een bepaald procédé, waarop zelfs patent werd genomen, kunstmatig in allerlei tinten te kleuren. Hoe men in Engeland daartoe kon overgaan is onbegrijpelijk, aan gezien de Engelsche leisoorten, in ongerepten oervorm verwerkt, prachtige zeer duurzame leibedekkingen geven. Voeg hierbij het gemis aan voorlichting en vakopleiding, dan kan men zich een denkbeeld vor men, hoe het bij den aanvang van de 20e eeuw in Nederland stond met de aloude traditioneele, histo rische leibedekkingen. Afb. 31, 35, 37, 38, 42, 51. Het heeft in het kader van dit geschrift dan ook geen zin veel over de 20e eeuwsche leien en dekkings- vormen te schrijven, daar men deze beter zoo spoedig mogelijk kan doen verdwijnen, behoudens de enkele gunstige uitzonderingen. De bedoeling is te pogen een eenvoudige gezonde richting aan te geven voor herstel onzer historische en moderne leibedekkingen en het meest logische, simpel doch kunstvol en economisch gebruik van leien en leisteen in dezen tijd van weder opbouw. Vele architecten gingen de verwerking van leisteen reeds met andere oogen bezien dan voorheen en hadden van de kunst- of ersatzproducten genoeg. Niet alleen voor dakbedekking maar ook aan de gebouwen, zoowel aan de binnen- als aan de buitenzijde ging men goeden leisteen toepassen en deze weder vakkun dig verwerken. Dit begon reeds na den vorigen wereld oorlog, na 1918. 11. Naar een nieuwe richting. Het was en is nog steeds de kunst voor den vakman om op de meest eenvoudige logische wijze met onge repte natuurleien een kunstvol leiendak te maken, dat niet alleen constructief in orde is, maar ook de na- 93

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 91