HOOFDSTUK I
Brandbare dakbedekking
Het ligt voor de hand, dat de menschen de be
dekking van hun woningen en andere voort
brengselen van hun bouwkundig vernuft vervaardig
den van de materialen welke de natuur in de omge
ving bood. Men bezie slechts de afbeeldingen van
woningen uit verre gewesten of van primitieve volken
om dit te bevestigen.
In de lage landen bij de zee lagen de bouwmaterialen
voor het oprapen. Boomen van de uitgebreide bos-
schen, zoowel de coniferen op den zandgrond voor
harsig naaldhout, grenenhout, als de loofboomen
voor best timmerhout, voornamelijk eikenhout. De
klei langs de rivieren lag gereed om daarvan alles te
bakken wat men noodig hadbaksteenen, vloertegels,
dakpannen, vaatwerk. De brandstof, de turf van de
veenmoerassen, lag er naast. Zoowel langs de rivieren
als in de venen groeide het riet, waarvan men veel
maken kon, wanden en afdekking van woningen en
schuren. Langs het strand lagen de schelpen gereed
om door de turf te worden gebrand tot kalk, om
daarvan, gemengd met eenig fijn zand, de baksteenen
tot muren te maken, de dakpannen tot dakschilden
en de vlechtingen van wilgetakken tot witte wanden.
De wilgeboomen leverden het materiaal voor houten
schoeisel, de klompen en trippen, de wilgetakken voor
korven en wannen en voor de omheining van den
Hollandschen tuin.
9