lingen en vernieuwingen een tekort is geweest aan be langstelling, vakkennis en voorlichting. Men ziet de zonderlingste prutserijen van zoogenaamde leidekkers, plaatselijke loodgieters, doch ook groote bouwwerken, die met de beste bedoelingen foute of slechte en daar door, leelijke daken hebben verkregen. Inmiddels verdwijnen de laatste echte oude bedekkin gen, waardoor het leer- en studiemateriaal verloren gaat. Gesigneerde en gedateerde leien In oude bouwwerken treft men „bouwsignaturen" aan. De timmerman, die den klokkestoel in den toren maakt, sneed op sierlijke wijze zijn merk of zijn naam letters met het jaartal in een stijl of balk. Zoo deed ook de leidekker. Bij de vernieuwing van het leiendak op de Groote Kerk te Edam werd een oude Rijnlei terzijde gelegd en bewaard, door den leidekker ge signeerd met een sierlijk monogram van de letters A en P met daarop aangesloten zijn naam en woon plaats. Er staat op A. Peek Purmerend, zonder jaartal. Deze lei kan niet van de oorspronkelijke bedekking zijn, doch is van een latere herstelling. Want de oor spronkelijke, grootendeels vergane leien waren van hard materiaal en ongetwijfeld afkomstig van de nieuw gemaakte kap en bedekking na den brand van 1602 en dan ruim drie eeuwen oud. De gesigneerde lei was van zacht materiaal en lichter van kleur, der halve van latere herstelling. Bij de vernieuwing van het oude Rijndak van het choor der Ned. Hervormde Kerk te Warmenhuizen (N.H.) werd bij het afsloopen der leien een exemplaar aangetroffen, waarin keurig een inschrift was gesne den. De tekst luidt 79

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 77