De Fransche leigroeven waren door de geaardheid tot dunne splijting hunner leisteen geneigd tot het produ- ceeren van dunne, gladde leien. Door de latere vlakke, strakke bouwmode begunstigd, zijn zij deze eigenschap van dunne splijting zoodanig gaan misbruiken, dat van een oude 4 tot 8 m.m. dikke lei eerst twee en later drie leien gespleten werden, waardoor zij tevens met deze zoogenaamde „economische" leiproducten, ook in België en Nederland, de leimarkt en dekkingsstijl in handen kregen. Omdat deze groeven er belang bij hebben deze „markt" in handen te houden, is hun propaganda nog op deze reeds lang uit den tijd zijnde productie- en dekkingsmode ingesteld en zullen ge noemde „Ardoises historiques" voorloopig wel niet als algemeen product in den handel komen, met terzijde stelling van de te dunne, leien. Homogene structuur is geschikt voor allerlei lei- en dekkingsvormen. Met leisteen van homogene structuur zijn voortreffe lijk allerlei dekkingsvormen te maken. Dat men in Duitschland als oertype den schubvorm als massa product vindt, heeft dan ook een andere reden. Men beschikte daar hoofdzakelijk over homogene leisteen, die zich dik (4 tot 10 m.m.) laat splijten. Bij het splijten der leirots valt, als het ware van nature, de leiplaat in een schubvorm uit. Aangezien de dikte, de structuur en de constructie dit goed toeliet, had men niets anders te doen dan deze afgekloofde leiplaten met de leihamer uit de vrije hand wat rond bij te hakken. Afb. 24. In andere landen, waar het massaproduct rechthoekig was en dus de markt beheerschte, moesten de leigroe ven met homogene leisteen om aan de vraag en den stijl te voldoen, rechthoekige leivormen maken, hoewel de structuur van den leisteen voortreffelijk voor andere vormen geschikt was. 7}

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 69