ling hoogstens i a 2 c.m. lengteverschil hadden) te
sorteeren en van nagelgaten te voorzien, waarvoor hij
gebruik maakte van een leihamer en leibrug of hak
ijzer. De grootste lengtematen, welke tevens dikker
waren, spijkerde hij in horizontale rijen naast elkaar
aan den voet van het dakvlak en hij eindigde in steeds
afnemende maten aan den nok van het dak, zorg
dragende dat de leien een, naar gelang van de helling
van het dak, voldoende overdekking hadden.
In Engeland en Ierland wordt deze oervorm nog tot
heden ongerept in eere gehouden aan alle historische
en monumentale gebouwen (o.a. in Londen en Dublin
aan de oude kerken en Parlementsgebouwen) en heet
daar „Random Slating", onregelmatige breedteen
lengte van de leien en de Engelse leidekker noemt
de leien naar gelang van de lengtesorteering„Kings",
„Queens", „Princesses", „Duchesses" enz. Sommige
soorten leien (o.a. op het dak van het Parlementsge
bouw aan de Theems te Londen) zijn 1 tot 2 c.m. dik
en liggen reeds eeuwen zonder dat men er eenig onder
houd aan heeft. Ondanks hooge aanschaffingskosten
behooren zij tot de meest economische en duurzaam
ste leibedekkingen en zetten terecht „de Kroon op het
werk" van den bouwmeester.
In Frankrijk, waar zeer waarschijnlijk door de latere
vlakke, strakke bouwmode en dunne, evengroote,
gladde, eenkleurige leiproductie, geleidelijk in den loop
der laatste eeuwen, deze oervorm verdwenen is, tracht
men thans door het produceeren van z.g. „Ardoises
historiques" leien van 4 tot 8 m.m. splijtingsdikte en
ruw behouwen kanten in den handel te brengen, den
ouden oervorm der leien en leibedekkingen te herstel
len om deze hun solide en mooie natuurlijke aanzien
terug te geven. Doordat men de leien nog te symme
trisch (even groot) maakt, is men echter nog verre
van het oorspronkelijke dak. Afb. 47.
70