Romeinsche schrijftafels van leisteen. Ook is bekend,
dat er reeds in de 6e eeuw leigroeven in exploitatie
waren. Dat men ook vroeger prijs stelde op degelijk
werk, blijkt daaruit, dat de stad Maastricht in het jaar
1382 „gouverneurs" voor de „leyendekkers" koos
twee vakpatroons, die op goede levering en goed vak
werk hadden toe te zien. Knoeiers werden gestraft met
de gevangenis of om te voet een groote bedevaart te
maken.
Het vervoer van de leien van de groeve naar elders
was, vooral voor die groeven, welke ver van een
scheepsgelegenheid verwijderd waren, zeer moeilijk.
Het moest dan per as geschieden en uit oorkonden is
gebleken, dat het vervoer langs de groote heerwegen
plaats had door speciale voerlieden, die met groote
karren, bespannen met vier tot zes paarden, soms zeer
groote afstanden over heuvelachtig terrein aflegden.
Zoo is bekend, dat deze voerlieden vrachten van dak
leien van groeven in Thüringen gebracht hebben tot
Hamburg en de Rijnstreken ter verdere verscheping;
in den winter gebeurde dit soms op groote sleden over
de sneeuw. Daar de wegen niet zoo veilig waren als
thans, trok men meestal met vele karren tegelijk er op
uit en nam men soms 20 tot 30 ton gewicht mede.
Deze voerlieden waren tevens de vertrouwensmannen,
die de leien, na oplading aan de groeve, tegelijk be
taalden en ze in alle mogelijke plaatsen aan de leidek
kers afleverden. Dit vervoer bracht langs de wegen en
aan de herbergen, waar men overnachtte een groote
levendigheid teweeg. Bij aankomst of vertrek der wa
gens knalden de voerlui met hun lange zweepen en
werden zij opgewacht of uitgeleide gedaan door jong
en oud. Op de pleisterplaatsen werden de paar
den gestald en verzorgdde mondvoorraad werd aan
gevuld, de wijn of schnapsflesch gevuld. Smeden en
zadelmaker verrichten intusschen de noodige herstel-
67