Rest nog de toepassing voor schrijfleien en griffels.
Die is al heel oud. Wie te Edam aan den zuidelijken
ingang van de kerk de zandsteenen blokken bekijkt,
ziet daar tallooze diep ingegroefde strepen. Dat zijn
geen Runenteekenen, maar dat is gekomen door het
griffelslijpen door de jeugd van de Latijnsche school
daarboven. Wie deze groefjes kent, ontdekt ze aan
meer oude bouwwerken.
De schoollei, een gespleten stuk leisteen, een recht
hoekige plaat, had even goed als in het houten lijstje,
in 't Maasdak terecht kunnen komen. De schoollei is
uit de mode gegaan. Wellicht geeft de papierschaarsch-
te haar weder een kans. De oude griffels waren strook
jes lei, als stokjes eraf gezaagd en wat bijgeslepen.
Schrijfleien komen uit Frankrijk, de beste soort uit
Engeland.
4. Dakleien, eerste gebruik, vervoer en handel.
De leibedekking gold ook reeds vroeger als een teeken
van waardigheid en voornaamheid, zoodat de kerken
en kasteelen hier te lande reeds een leien dak hadden,
toen de gewone huizen, die veelal van hout waren,
daken van stroo of riet hadden. Waar deze houten
huizen bovendien nog open stookplaatsen hadden, ont
stonden er dikwijls branden en soms heel groote, in
dien, zooals in de steden, de huizen dicht op elkaar
gebouwd waren.
Voorbeelden van groote branden gaf o.a. Utrecht te
zien. In 930 brandde deze stad nagenoeg geheel af.
Ook in 1279, 1372 en 1402 hadden nog groote bran
den plaats.
In 1368 werd in Utrecht het gebruik van leien en
tegels (van klei gebakken leipannen) voor dakbedek
kingen verplichtend gesteld. Men stoorde zich aan
vankelijk weinig daaraan en men liet rustig vele hui-
65
1
5