Aan de Waalsche kerk te Haarlem werden flinke holle- goten op beugels gemaakt, alles van rood koper. De eerste weken blonk dat als goud, zoodat ieder er naar keek. Daarna werden ze eerst dof en verkregen toen een bronskleur en nu kijkt niemand er meer naar, om dat ze zoo goed passen bij de oude muurvlakken. De dikte van koper voor dakbedekking is gering, gaat van tot i mm. Het gewicht blijft daardoor onder de i o kg per vierkante meter, een zeer laag gewicht voor dakbedekking. Daarom moeten de platen goed vastgelegd worden tegen wegwaaien. Koper is ook verkrijgbaar in staven, vierkant en rechthoekig en rond, waarvan men van alles smeden kan, gootbeugels, brugstaven in de kerkvensters. De leidekkers gebruiken koperen spijkers om hun leien vast te zetten of op te hangen. Die zijn ook verkrijg baar van verzinkt ijzer, maar dat is surrogaat. Voor vastzetten van leien, lood of koper gebruike men koper. Goud voor vergulden is uiterst dun. Dat is in den handel in boekjes met 25 blaadjes, dunner dan het dunste papier. De blaadjes zijn in den regel 8 cm vierkant. Daar zijn nog vele soorten in met mooie namen, maar het beste is torengoud met een gehalte van 23^2 karaat. Het aanbrengen, het hoogen, op verf en mixtion, is niet ieders werk. Dat kan men het beste overlaten aan een besten vakman schilder, om daar de kunst af te kijken. Men late zich niet verlakken met goudpoeder, want dat is geen goud, maar bronsachtig metaal, en ook niet met bladzilver, want dat is geen zilver, maar aluminium. Dan wordt voor de dakbedekking in dezen tijd toe passing gemaakt van zink, gegolfd verzinkt plaatijzer, eternit, mastiek, dakleer en dergelijke. Deze materia len hebben een te kortstondige levensduur om aan waardige bouwwerken te worden toegepast en be- hooren daarom niet bij het Monumentale Dak. 52

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 50