elke staande voeg. Wie het ziet, bekijkt het nauwkeurig en met verbazing. Op eiken zich respecteerenden kerktoren is een toren kruis met een bal, een appel, en als windwijzer de haan, het symbool van den apostel Petrus. De haan en de appel zijn van gedreven koper en niet voltooid wanneer ze niet verguld zijn. Ze worden met goud ge hoogd, met bladgoud, torengoud. Dat is af, goud op koper. Is dat goed gedaan, dan behoeft, wie het deed, er zijn verdere leven niet meer bij. Koper en goud past men niet toe op een woonhuisje, wel op een monumentaal bouwwerk. Bezie de groote monumenten te Amsterdam, het oude stadhuis, nu paleis, en ge ontdekt koperen bedekkingen. De groote aardbol, door Atlas gedragen, is van hout bekleed met koper, groen geoxydeerd. De kronen op de einden der nokken, de ananas op den koepel zijn van koper. Groote kunstwerken zijn voor dergelijke doeleinden van koper gemaakt. In het historisch museum in de Sint Anthonispoort te Amsterdam kan men van dicht bij bezichtigen de forsche windvanen van het vroegere Admiraliteitsgebouw, het Prinsenhof, nu stadhuis, van den Oudezijds Voorburgwal. Koper, in het zeeklimaat, oxydeert snel. Eerst tot een bronskleur, dan na eenige jaren groen. De oxydelaag zet zich vast, beschermt het koper en blijft onveran derd. Behalve wanneer venijnige gassen uit schoor- steenen en fabrieken een chemischen aanval doen. Ook wanneer zink te dicht erbij komt, dan gaan koper en zink een electrisch spelletje doen. Koper is een uitstekend materiaal voor dakgoten aan kerkdaken, welke oorspronkelijk geen goten hadden, maar waar het niet meer past om het water zoo maar af te laten loopen. Dan is een uitkomst een holle goot op beugels, verbeterde uitgave van het zinken gootje op ijzeren beugels aan het Apeldoomsche kastje. 51

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 49