die weer gebruikt worden voor versmelten tot soldeer. Wegens de fraaie kleur past men bij restauratie gaarne oud lood toe. Dat is niet eenvoudig, want oud lood van goten heeft gaatjes, „pitten" en soldeerplekken. Een gesloopt looden plat wil wel eens uitkomst geven. Bij bedekking met lood moet terdege gelet worden op de vormverandering bij temperatuurswisseling, uit zetten en krimpen, maar de ervaren loodgieter wist en weet wel hoe dit te ondervangen. Lood is een goedkoop dakbedekkingsmateriaal. Toen aan het Waleweeshuis te Amsterdam de daken een herstelbeurt kregen, werden de drie eeuwen oude goten een weinig hersteld om weder een nieuwe periode in te gaan. Alleen één goot moest vernieuwd worden. Daar was tijdens den oorlog 19141918 de looden bedekking uitgenomen en vervangen door zinkdit zink was na 25 jaar verteerd. Lood moet vroeger niet duur geweest zijn, ijzer wel. Het was lood om oud ijzer. De taal bewaart veel wat overigens verloren ging. De kerken hadden geen goten, zoodat Gods water over Gods akker liep, over den hof rond de kerk, den kerkhof. Van lood kan men kostelijke constructies en vormen maken, gedreven en geklopt, de eeuwen trotseerend. Wie er plezier in heeft kan er schoone versieringen in maken, waar de kunstenaar zich in uitleven kan. Lood gaat bij het gewicht met een zonderlinge menge ling van ponden en kilogrammen. Zoo weegt 25 ponds lood 25 kg per m2. Ter toelichting zegt men dan een Nederlandsch Pond, waarmede bedoeld wordt een kilogram. Voor goten is toepassing van 30 tot 40 ponds lood goed en gewoon. Maar onze tijd gebruikt zink en past slechts lood toe waar dat onontkoombaar schijnt en dan zoo dun mogelijk, 20 ponds, ja zelfs voor nokken 15 of 12 ponds, dat dun is en daardoor de eigenschap heeft bij storm op te waaien en door 45

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 43