HOOFDSTUK III
Dakbedekkingen van metaal
Aan zeer oude dakbedekkingen werd geen lood
verwerkt. De daken werden gedekt met riet, dak
tegels, dakpannen, leien en werden dan ook geheel
daarvan gemaakt. Goten, vergaarbakken, afvoerbuizen
waren nagenoeg onbekend. De daken staken flink
over. Dat overstek was de schoot, waar het water af
schiet en in de goot valt, welke op den grond is. Te
recht ziet men nu nog aan huizen met rieten daken
een goot van straatwerk van baksteenen of keitjes, zoo
danig, dat het daarin vallende regenwater niet tegen
het huis, maar daarvan af vloeit. Wanneer bij steed-
sche bebouwing de huizen dicht bij elkaar staan, stort
het water van den schoot der dakbedekking in de snij
ding. Dan is onder in de snijding een snijdinggoot van
natuursteen, waarin het regenwater valt dat naar
voren, over de straat, naar de gracht vloeit of naar
achteren, naar den regenbak.
Ook groote gebouwen kenden geen lood. Bij de restau
ratie van de Groote Kerk te Edam kwamen onder de
houten, met lood bekleede, tusschengoten natuurstee-
nen goten voor den dag in breed hol profiel.
De toepassing van metaal, vooral lood, kwam eerst in
de 16e eeuw. Daarvoor is slechts weinig gebruik ge
maakt van metaal. Er werd wel lood toegepast, doch
voor iets anders, voor sieraden, een figuur of ornament
als de beëindiging van een puntdak. Dat deed een
kunstenaar die modelleerde in klei, daarnaar een vorm
41